UU blog / Nederlandse Taal en Cultuur

Overig

Gedicht van C.C.S. Crone

Dagelijks fiets ik van de Trans via het Ledig Erf naar Utrecht-zuid en zie dan de tekst van het gedicht over het Klaasje (de Nicolaaskerk) van C.C.S. Crone op de muur van een huis op de Nicolaasstraat: ‘Het Klaasje had veel noten op zijn zang. Het leek of ze rond haar hoofd krijgertje deden. Het ene oor in en hetzelfde weer uit. Of het andere.’ Is het echt de bedoeling van de dichter geweest om het carillon in de ene zin mannelijk (noten op ZIJN zang) en het andere vrouwelijk (om HAAR hoofd) te noemen? Of verwijzen zijn en haar niet allebei naar het Klaasje en heeft het de dichter in zijn oneindige wijsheid behaagd mij op een dwaalspoor te zetten? Wie weet een antwoord op deze prangende vraag die ik mijzelf dagelijks stel?? Jacomine Nortier

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.