UU blog / Nederlandse Taal en Cultuur

Onderzoek

Taalverandering: bewust en/of per ongeluk?

  Op 27 en 28 september was er in Leiden een workshop over ‘Deliberate Change’. Het verschijnsel taalverandering is er altijd geweest en zal ook wel altijd blijven bestaan maar de manier waarop taalkundigen er tegenaan kijken is wel aan verandering onderhevig. Zo is men er lange tijd van overtuigd geweest dat veranderingen ‘vanzelf’ en onbewust plaatsvinden. En dan hebben we het niet over lexicale veranderingen (woorden die komen en gaan) maar over ‘diepere’ veranderingen, in het taalsysteem. Veranderingen kunnen van binnen uit komen of van buiten af, door taalcontact. Een mooi voorbeeld van een verandering van binnenuit waar we ons niet van bewust zijn is de veranderende uitspraak van de consonantcluster [schr] als in schrijven, schrapen, etc.  De middelste klank [ch] spreken we al lang niet meer uit. We zeggen srijven, srapen, etc. En als we de cluster wel volledig uitspreken klinkt dat over-correct, een beetje nieuwslezer-achtig (met dank aan Geert Koefoed voor het voorbeeld). Een ander voorbeeld van taalverandering zonder taalcontact is het bekende hun als subjectpronomen. Hun staan, in plaats van zij staan. Voor veranderingen door taalcontact buiten het lexicon om is intensief contact nodig. ‘We gaan ervoor’, is een mooi voorbeeld uit het Engels maar echt veel structureels hebben wij ondanks intensief contact niet overgenomen. In plaats van de Nederlandse grammatica te laten verdringen pakken we Engelse woorden stevig in onze morfologie: save-n, file-tje, upload-en. Terug naar de workshop in Leiden. Daar werd een andere visie gepresenteerd: hoewel veranderingen voor een deel ongemerkt en onbewust zijn, is de opvatting nu dat taal wel degelijk kan worden gemanipuleerd en met opzet veranderd (naast onbewust veranderd). Voorbeelden kwamen uit heel veel talen. Zo was er een voorbeeld in de lezing van Sarah Thomason over een taal waar (voor niet-sprekers) zulke vreemde fonemen voorkomen (lingo-labial stops; zoiets als je tong heel ver uitsteken, een consonant) dat ze die klank om niet belachelijk te worden gevonden tegenover leerders van die taal maar liever weglieten en vervingen door een ander minder controversieel foneem. Uiteindelijk werd die klank met opzet weg gefilterd als gevolg van schaamte bij taalcontact. In onze eigen lezing hadden Margreet Dorleijn en ik het over jongerentalen. Er zijn groepen die in het Nederlands met opzet grammaticale elementen uit het Arabisch binnenhalen. Niet (alleen) lexicon want dat ligt veel te veel voor de hand. Om extra op te vallen wordt bijvoorbeeld het onbepaald lidwoord/telwoord wahed (een) gebruikt: (Ik heb wahed meisje gezien). Of het vraagpartikel wash (vgl Frans est-ce-que): Wash ben je gek of zo? Dit verspreidt zich langzaam en is inmiddels hier en daar in commentaren op youtube filmpjes ook terug te vinden. Maar je kan je natuurlijk wel afvragen of die jongerentalen toekomst hebben. Het is een beperkte groep die ze gebruikt en dan nog alleen in zeer specifieke omstandigheden, naast (een vorm van) standaard Nederlands.   Het was leuk om twee dagen lang weer eens diep na te denken over dit soort kwesties en de consequenties daarvan voor ons taalgebruik, ons onderwijs en ons onderzoek. Jacomine Nortier

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.