UU blog / Nederlandse Taal en Cultuur

Onderwijs

Reynaert de Vos op bezoek bij het taalkundig onderzoeksinstituut UiL-OTS

Door Marjo van Koppen

Tijdens de cursus Nederlandse Taal en Tekst door de Eeuwen (verdiepingspakket 2 BA Nederlands) deden de studenten onderzoek naar de interactie tussen taal- en letterkunde. De groep splitste zich op in twee onderzoeksgroepen. De eerste ging aan de slag met werkwoordsverdubbeling van het type ik heb gerookt gehad in het zeventiende-eeuwse Nederlands. Alhoewel hier ook heel leuke resultaten uit voortkwamen, zal ik hier nu niet op ingaan. Het tweede groepje hield zich bezig met de possessieve datief: ik sla Piet graag de hersens in, waarbij de Piet de bezitter is van de hersens (het zijn Piets hersens), maar buiten de woordgroep staat waarin het bezit zich bevindt (de hersens) en in de datief naamval staat. Deze bezitsconstructie komt regelmatig voor in de Middelnederlandse tekst over Reynaert de Vos. De vraag is nu natuurlijk waarom deze constructie wordt gebruikt in plaats van de andere mogelijkheden zoals Piets hersens (de zogenoemde pregenitief) of de hersens van Piet. Een tiental studenten ging op zoek naar antwoorden op deze vraag door onderzoeksmethoden uit de taal- en letterkunde te combineren. De studenten kwamen tot zeer indrukwekkende bevindingen.

Foto: Rias van den Doel

Twee groepjes presenteerden hun resultaten vorige week op de Language Science Day van het Utrechtse taalkundige onderzoeksinstituut UiL-OTS. Op deze instituutsdag, die de nadruk wilde leggen op interdisciplinair onderzoek, lieten José de Swart, Linde Lammers, Daan Elling, Loranne Davelaar en Sophie Mulder zien dat de literaire studie van de Reynaert inzicht geeft in de eigenschappen van de possessieve datief. Zo keken José, Linde en Daan naar de personages in relatie tot de possessieve datief. Zij lieten zien dat uitsluitend bezitters met een slachtofferrollen hebben (Bruun, Tybeert en Grimbeert) in de possessieve datief voorkomen, terwijl de pregenitief uitsluitend autoriteiten als bezitter heeft (God, de koning, de Paus). Het tweede groepje van Loranne en Sophie keek naar de narratieve context en liet zien dat de possessieve datief vaak wordt gebruikt als iemand wordt overvallen door een gebeurtenis, als hij  de gebeurtenis niet ziet aankomen. Er zit ineens een strop om iemands nek. Deze bevindingen ondersteunen het taalkundige idee dat de bezitter in de possessieve datief de thematische rol van experiencer draag (iemand die iets ondergaat/overkomt).

Kortom: een mooi voorbeeld van hoe taal- en letterkunde elkaar kunnen helpen!